De gehandicaptenzorg heeft in een kort geding de strijd tegen de zorgkantoren verloren. De rechtbank van Den Haag heeft geoordeeld dat de zorgkantoren hun tarieven niet hoeven te verhogen voor zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg, met uitzondering van Menzis, waar enkele aanpassingen nodig zijn.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de zorgkantoren niet evident in strijd hebben gehandeld met hun verplichtingen. Ze hebben de gehanteerde tariefsystematiek en de bijbehorende details afdoende onderbouwd en voldoende aannemelijk gemaakt dat ze redelijke tarieven vergoeden. Daarom heeft de rechtbank de eisen van de zorgaanbieders tegen CZ, VGZ, Zilveren Kruis, Salland en ZZ afgewezen.

Alleen Menzis heeft een tik op de vingers gekregen. Menzis mag een specifiek onderdeel in haar inkoopbeleid niet opnemen. Bovendien moet Menzis zorgaanbieders gedurende de inkoopprocedure jaarlijks de gelegenheid bieden om bezwaar te maken tegen het richttariefpercentage voor het komende jaar.

Ook moet het zorgkantoor van Menzis anders omgaan met de betaling voor ZZP VG3, VG4 en LG2. Menzis hanteert een maximum voor het aantal verblijfsdagen dat zij betaalt voor cliënten met deze profielen. Als dit maximum wordt overschreden, krijgt een zorgaanbieder het vpt-tarief, dat bedoeld is voor zorg thuis.

Menzis heeft aangegeven dat ze hiermee de zorg thuis willen bevorderen, zoals in het landelijke akkoord voor de gehandicaptenzorg staat. Echter, volgens de rechtbank is dit onrechtmatig en dient Menzis deze praktijk af te schaffen.

Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en de zorgaanbieders maken zich zorgen dat de aangeboden tarieven van de zorgkantoren financiële problemen in de sector zullen veroorzaken. Uit een analyse van VGN bleek voor de zomer dat het aantal grote gehandicaptenzorgorganisaties dat zonder veranderend beleid in het komende jaar verlies zou lijden, zou verdubbelen.

Sindsdien is het richttarief van de zorgkantoren met 0,3 procent aangepast, is de geplande bezuiniging voor meerjarige contracten op het Wlz-budget geschrapt en is de korting op de normatieve huisvestingscomponent bij lage zorgprofielen verdwenen.

De zorgaanbieders hadden bezwaar gemaakt tegen alle drie de pijlers van het beleid van de zorgkantoren: het landelijke richttarief, zorgkantoor-specifiek beleid voor regionale aanpassingen en de hardheidsclausule. Ze stelden ook dat de gehanteerde tariefsystematiek gebreken vertoonde.

Volgende week dinsdag 10 oktober vindt een vergelijkbaar kort geding plaats tussen de ouderenzorg en de zorgkantoren over het inkoopbeleid. Het huidige meerjarige inkoopkader voor de langdurige zorg van de zorgkantoren loopt af op 1 januari 2024.